Deuteronomium 13:11

11 Opdat gans Israel het hore en vreze, en niet voortvare te doen naar dit boze stuk in het midden van u.

Deuteronomium 13:11 Meaning and Commentary

Deuteronomy 13:11

And all Israel shall hear, and fear
Shall hear of the death the enticer was put unto, and shall fear to act such a part he did, and be upon their guard against any such person, and be cautious that they are not drawn into sin by him:

and shall do no more any such wickedness as this is among you;
either to entice unto idolatry or commit it; which is a piece of wickedness against the first table of the law, and a very heinous one, and exceeding offensive and provoking to God, being so directly against his being, perfections, and glory.

Deuteronomium 13:11 In-Context

9 Maar gij zult hem zekerlijk doodslaan; uw hand zal eerst tegen hem zijn, om hem te doden, en daarna de hand des gansen volks.
10 En gij zult hem met stenen stenigen, dat hij sterve; want hij heeft u gezocht af te drijven van den HEERE, uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft.
11 Opdat gans Israel het hore en vreze, en niet voortvare te doen naar dit boze stuk in het midden van u.
12 Wanneer gij van een uwer steden, die de HEERE, uw God, u geeft, om aldaar te wonen, zult horen zeggen:
13 Er zijn mannen, Belials-kinderen, uit het midden van u uitgegaan, en hebben de inwoners hunner stad aangedreven, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.