Deuteronomium 28:34

34 En gij zult onzinnig zijn, vanwege het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult.

Deuteronomium 28:34 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:34

So that thou shalt be mad, for the sight of thine eyes that
thou shall see.
] On account of the shocking things seen by them, their dreadful calamities, oppressions, and persecutions, such as before related; not only violent diseases on their bodies, which were grievous to behold, as well as their pains were intolerable, and made them mad; but to be deprived of a betrothed wife, a newly built house, and a newly planted vineyard; to have an ox slain, and an ass taken away by their enemies, and their sheep given to them before their eyes; to have their sons and daughters taken from them, and brought up in another religion, and to be stripped of their substance; these have made them stark mad, insomuch that they have sometimes destroyed themselves and their families. In Germany, in their rage and madness, they burnt a city and themselves in it; and, in the same country, being summoned by an edict to change their religion, or to be burnt, they agreed to meet together in a certain house, and destroy one another; and first parents killed their children, and husbands their wives, and then killed themselves; leaving only one person to be their doorkeeper, who finished the tragedy by destroying himself, as their own historian relates F13. Other stories of the like kind are reported of them, and some such facts as done in our own nation F14.


FOOTNOTES:

F13 Ib. (Shebet Judah, sive Hist. Jud.) sect. 34, 36. p. 214, 215, 216, 217.
F14 See Bishop Patrick in loc. and Dr. Newton (Bishop of Bristol) on Prophecies, vol. 1. Dissert. 7. sect. 14. p. 195, 196.

Deuteronomium 28:34 In-Context

32 Uw zonen en uw dochteren zullen aan een ander volk gegeven worden, dat het uw ogen aanzien, en naar hen bezwijken den gansen dag; maar het zal in het vermogen uwer hand niet zijn.
33 De vrucht van uw land en al uw arbeid zal een volk eten, dat gij niet gekend hebt; en gij zult alle dagen alleenlijk verdrukt en gepletterd zijn.
34 En gij zult onzinnig zijn, vanwege het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult.
35 De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieen en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.
36 De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.