Deuteronomium 4:38

38 Om volken, die groter en machtiger waren dan gij, voor uw aangezicht uit de bezitting te verdrijven; om u in te brengen, dat Hij u hunlieder land ter erfenis gave, als het te dezen dage is.

Deuteronomium 4:38 Meaning and Commentary

Deuteronomy 4:38

To drive out nations from before thee, greater and mightier
than thou art
The seven nations of the land of Canaan, which were more in number and mightier in power and strength than they, and particularly the Amorites, who were already driven out and dispossessed of their country, even the kingdoms and nations of Sihon and Og:

to bring thee in to give thee their land for an inheritance, as [it is]
this day;
referring, as Aben Ezra observes, to the inheritance of the land of the two kings of the Amorites, which the tribes of Reuben and Gad, and the half tribe of Manasseh, were put into the possession of already.

Deuteronomium 4:38 In-Context

36 Van den hemel heeft Hij u Zijn stem laten horen, om u te onderwijzen; en op de aarde heeft Hij u Zijn groot vuur doen zien; en gij hebt Zijn woorden uit het midden des vuurs gehoord.
37 En omdat Hij uw vaderen liefhad, en hun zaad na hen verkoren had, zo heeft Hij u voor Zijn aangezicht door Zijn grote kracht uit Egypte uitgevoerd;
38 Om volken, die groter en machtiger waren dan gij, voor uw aangezicht uit de bezitting te verdrijven; om u in te brengen, dat Hij u hunlieder land ter erfenis gave, als het te dezen dage is.
39 Zo zult gij heden weten, en in uw hart hervatten, dat de HEERE die God is, boven in den hemel, en onder op de aarde, niemand meer!
40 En gij zult houden Zijn inzettingen en Zijn geboden, die ik u heden gebiede, opdat het u en uw kinderen na u welga, en opdat gij de dagen verlengt in het land, dat de HEERE, uw God, u geeft, voor altoos.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.