Deuteronomium 9:23

23 Voorts als de HEERE ulieden zond uit dat land, dat Ik u gegeven heb; zo waart gij den mond des HEEREN, uws Gods, wederspannig, en geloofdet Hem niet, en waart Zijn stem niet gehoorzaam.

Deuteronomium 9:23 Meaning and Commentary

Deuteronomy 9:23

Likewise when the Lord sent you from Kadeshbarnea
From whence the spies were sent to search the land, though previous to it they had the following order to go up and possess it; see ( Numbers 32:8 ) ( Deuteronomy 1:19-21 )

saying, go up and possess the land which I have given you;
this they were bid to do, before they desired the spies might be sent to search it first; and after they had returned and made their report, they were encouraged to go up and take possession of it:

then ye rebelled against the commandment of the Lord your God; refusing
to go up into it: and ye believed him not;
that he would cast out and destroy the inhabitants of it, and put them into the possession of it; which they distrusted by reason of the gigantic stature of some that dwelt in it, and their fortified cities:

nor hearkened to his voice;
whether commanding or encouraging.

Deuteronomium 9:23 In-Context

21 Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam ik, en verbrandde het met vuur, en stampte het, malende het wel, totdat het verdund werd tot stof; en zijn stof wierp ik in de beek, die van den berg afvliet.

22 Ook vertoorndet gij den HEERE zeer te Thab-era en te Massa, en te Kibroth-Thaava.

23 Voorts als de HEERE ulieden zond uit dat land, dat Ik u gegeven heb; zo waart gij den mond des HEEREN, uws Gods, wederspannig, en geloofdet Hem niet, en waart Zijn stem niet gehoorzaam.

24 Wederspannig zijt gij geweest tegen den HEERE, van de dag af, dat ik u gekend heb.

25 En ik wierp mij neder voor des HEEREN aangezicht, die veertig dagen en veertig nachten, in welke ik mij nederwierp, dewijl de HEERE gezegd had, dat Hij u verdelgen zou.