Esther 2:4

4 En de jonge dochter, die in des konings oog schoon wezen zal, worde koningin in stede van Vasthi. Deze zaak nu was goed in de ogen des konings, en hij deed alzo.

Esther 2:4 Meaning and Commentary

Esther 2:4

And let the maiden which pleaseth the king be queen instead
of Vashti
Have the royal estate, that was taken from Vashti, given to her, the crown royal set on her head and the thing pleased the king, and he did so;
appointed officers in all his provinces to seek out the most beautiful virgins, and bring them to his palace; so with the Chinese now, the king never marries with any of his kindred, though ever so remote; but there is sought throughout his kingdom a damsel of twelve or fourteen years, of perfect beauty, good natural parts, and well inclined to virtue; whence, for the most part, the queen is the daughter of some artisan; and in their history ^F5, mention is made of one that was the daughter of a mason.

---

FOOTNOTES:

F5 Semedo's History of China, part 1. ch. 23.

Esther 2:4 In-Context

2 Toen zeiden de jongelingen des konings, die hem dienden: Men zoeke voor den koning jonge dochters, maagden, schoon van aangezicht.

3 En de koning bestelle toezieners in al de landschappen zijns koninkrijks, dat zij vergaderen alle jonge dochters, maagden, schoon van aangezicht, tot den burg Susan, tot het huis der vrouwen, onder de hand van Hegai, des konings kamerling, bewaarder der vrouwen; en men geve haar haar versierselen.

4 En de jonge dochter, die in des konings oog schoon wezen zal, worde koningin in stede van Vasthi. Deze zaak nu was goed in de ogen des konings, en hij deed alzo.

5 Er was een Joods man op den burg Susan, wiens naam was Mordechai, een zoon van Jair, den zoon van Simei, den zoon van Kis, een man van Jemini;

6 Die weggevoerd was van Jeruzalem met de weggevoerden, die weggevoerd waren met Jechonia, den koning van Juda, denwelken Nebukadnezar, de koning van Babel, had weggevoerd.