Exodus 24:7

7 En hij nam het boek des verbonds, en hij las het voor de oren des volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen.

Exodus 24:7 Meaning and Commentary

Exodus 24:7

And he took the book of the covenant
Which contained the words of the Lord he is said to write, ( Exodus 24:4 ) , and consisted both of laws and judgments required of the people, and to which they had given their assent, and promised obedience to; and of promises made by the Lord of sending his angel before them to guide them in the way, and bring them to Canaan, and to drive the Canaanites from thence, and put the Israelites into the possession of it; so that here were promises on both sides, a restipulation of parties, which made a formal covenant:

and read in the audience of the people;
he had rehearsed what was contained in it from his memory, by word of mouth, to which they had assented, ( Exodus 24:3 ) and having written the same in a book, he read it to them distinctly, that they might the better take notice of the contents of it:

and they said, all that the Lord hath said will we do,
and be obedient; which is a repetition and confirmation of what they had before said, and is expressed in stronger terms; so that this was not done suddenly and inconsiderately, and yet they seem not to be so well apprised of their own inability to keep the laws of God, and of the treachery of their own hearts as to their regard to them; see ( Deuteronomy 5:28 Deuteronomy 5:29 ) .

Exodus 24:7 In-Context

5 En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, die brandofferen offerden, en den HEERE dankofferen offerden, van jonge ossen.

6 En Mozes nam de helft van het bloed, en zette het in bekkens; en de helft van het bloed sprengde hij op het altaar.

7 En hij nam het boek des verbonds, en hij las het voor de oren des volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen.

8 Toen nam Mozes dat bloed, en sprengde het op het volk; en hij zeide: Ziet, dit is het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE met ulieden gemaakt heeft over al die woorden.

9 Mozes nu en Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel.