Exodus 32:35

35 Aldus plaagde de HEERE dit volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt had.

Exodus 32:35 Meaning and Commentary

Exodus 32:35

And the Lord plagued the people
That is, continued so to do at certain times, with the pestilence, or other calamities; for this seems not to refer, as some think, to the slaughter of the 3000 men: the reason follows,

because they made the calf which Aaron made;
that is, they provided him with materials to make it; they urged and solicited him to do it, and would not be easy without it, so that the making of it is ascribed to them; or they served it, as Onkelos; or bowed unto it, as Jonathan; with which agree the Syriac, Arabic, and Samaritan versions, which render it, they served, or worshipped, or sacrificed to the calf which Aaron made.

Exodus 32:35 In-Context

33 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt.

34 Doch ga nu heen, leid dit volk, waarheen Ik u gezegd heb; zie, Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan! doch ten dage Mijns bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken!

35 Aldus plaagde de HEERE dit volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt had.