Ezechiël 13:7

7 Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb?

Ezechiël 13:7 Meaning and Commentary

Ezekiel 13:7

Have ye not seen a vain vision
A vision only in pretence, and not in reality; the effect of their own fancy, and not anything shown them by the Lord: and have ye not spoken a lying divination;
delivered out a known lie, saying they had it from the Lord, when they had it not; or a prophecy that will deceive, and be without effect, and in the issue prove a falsehood: whereas ye say, the Lord saith [it]; albeit I have not spoken?
this is a proof that what they gave out for a vision and prophecy was a vain and false one; seeing they pretended they had it from the Lord, when he never spoke a word to them, or by them.

Ezechiël 13:7 In-Context

5 Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN.
6 Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen.
7 Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb?
8 Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere HEERE.
9 En Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis Israels niet geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.