Ezechiël 27:13

13 Javan, Tubal en Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen vaten dreven zij onderlingen handel met u.

Ezechiël 27:13 Meaning and Commentary

Ver. 13 Javan, Tubal, and Meshech, they [were] thy merchants
Javan designs Greece, as the Septuagint and Vulgate Latin versions render it; especially that part of it called Ionia, from Javan the son of Japheth, ( Genesis 10:2 ) and Tubal, and Meshech, were also sons of Japheth; the former are the Iberi and Albanians, as Jerom and others, among whom were a city called Thabilaca, by Ptolemy F23; and the latter the Cappadocians, with whom is a city called Mazaca F24. They traded the persons of men and vessels of brass in thy markets;
or, "the souls of men" F25; they bought up men and women in the several countries to which they belonged, or where they traded, and brought them to Tyre, and sold them for slaves; and the Ionian and Grecian slaves were had in great esteem: and the best brass, of which vessels were made, was had from Corinth, Delus, and Aeginetus; according to Pliny F26, Cappadocia was famous for it also: in the first of these merchandises Tyrus was remarkably a type of antichrist, who is said to deal in such wares, the souls of men, ( Revelation 18:13 ) . The word here rendered "markets", Gussetius F1 also observes, does not design the place of commerce, but the act of negotiation or trade; and so it is rendered by many F2.
FOOTNOTES:

F23 Geograph. l. 5. c. 12.
F24 Joseph. Antiqu. l. 1. c. 6. sect. 1.
F25 (Mda vpnb) "animabus hominum", Pagninus, Vatablus, Cocceius, Starckius.
F26 Nat. Hist. l. 34. c. 2.
F1 Ebr. Comment. p. 642.
F2 (Kbrem) (thn emporian bou) , Sept.; "negotiationem tuam", Tigurine version; "in commercio tuo", Junius & Tremellius, Piscator, Polanus; "mercaturam tuam", Cocceius.

Ezechiël 27:13 In-Context

11 De kinderen van Arvad en uw heir waren rondom op uw muren, en de Gammadieten waren op uw torens; hun schilden hingen zij rondom aan uw muren; die maakten uw schoonheid volkomen.
12 Tarsis dreef koophandel met u vanwege de veelheid van allerlei goed; met zilver, ijzer, tin, en lood handelden zij op uw markten.
13 Javan, Tubal en Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen vaten dreven zij onderlingen handel met u.
14 Uit het huis van Togarma leverden zij paarden, en ruiteren, en muilezels op uw markten.
15 De kinderen van Dedan waren uw kooplieden; vele eilanden waren de koophandel uwer hand; hoornen van elpenbeen en ebbenhout gaven zij u weder tot een verering.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.