Ezechiël 32:13

13 En Ik zal haar beesten verdoen van bij de grote wateren; en geen mensenvoet zal ze meer beroeren, en geen beestenklauwen zullen ze beroeren.

Ezechiël 32:13 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:13

I will destroy also all the beasts thereof from beside the
great waters
Which used to graze beside the river Nile, and the canal, of it, in the plains and meadows, valley, and hills, which these ran by; meaning both horses, which Egypt abounded with, and would be good booty for the Chaldeans, and oxen and sheep, which they would kill for present use, or drive away for future service: neither shall the foot of man trouble them any more, nor the hoofs of
beasts trouble them;
there should so few remain of men and beasts, that the waters of the rivers would not be disturbed, either by men passing over them, and doing any business upon them, or by beasts drinking at them.

Ezechiël 32:13 In-Context

11 Want zo zegt de Heere HEERE: Het zwaard des konings van Babel zal u overkomen.
12 Ik zal uw menigte vellen door de zwaarden der helden, die al te zamen de tirannigste der heidenen zijn; die zullen de hovaardij van Egypte verstoren, en haar ganse menigte zal verdelgd worden.
13 En Ik zal haar beesten verdoen van bij de grote wateren; en geen mensenvoet zal ze meer beroeren, en geen beestenklauwen zullen ze beroeren.
14 Dan zal Ik hunlieder wateren doen zinken, en Ik zal hunlieder rivieren doen gaan als olie, spreekt de Heere HEERE:
15 Als Ik Egypteland zal hebben gesteld tot een verwoesting, en het land van zijn volheid zal woest zijn geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, die daarin wonen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.