Ezechiël 4:13

13 En de HEERE zeide: Alzo zullen de kinderen Israels hun brood onrein eten onder de heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven zal.

Ezechiël 4:13 Meaning and Commentary

Ezekiel 4:13

And the Lord said, even thus shall the children of Israel,
&c.] Not the ten tribes only, or those who were among the other two, but all the Jews in captivity: eat the defiled bread among the Gentiles, whither I will drive them;
so called, not because mixed, but baked in the above manner; which was a symbol of the defilements which they should contract upon various accounts, by dwelling among the Gentiles; so that this foretells their captivity; their pollution among the nations of the world; and that they should not be the holy people to the Lord they had been, and had boasted of. The Jews ^F11 cite this passage to prove that he that eats bread without drying his hands is as if he ate defiled bread.

---

FOOTNOTES:

F11 T. Bab. Sota, fol, 4. 2.

Ezechiël 4:13 In-Context

11 Gij zult ook water naar zekere maat drinken, het zesde deel van een hin; van tijd tot tijd zult gij het drinken.

12 En gij zult een gerstekoek eten, en dien zult gij met drek van des mensen afgang bakken voor hun ogen.

13 En de HEERE zeide: Alzo zullen de kinderen Israels hun brood onrein eten onder de heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven zal.

14 Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen.

15 En Hij zeide tot mij: Zie, Ik heb u rundermest gegeven voor mensendrek, zo zult gij uw brood daarmede bereiden.