Filippenzen 4:17

17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening.

Filippenzen 4:17 Meaning and Commentary

Philippians 4:17

Not because I desire a gift
This commendation of them he entered into, not because he desired another present to be made to him, either by them or others; he was not a man of such a disposition, he was not like one of those that could never have enough; he was fully satisfied and highly contented with what he had; he was not like the false teachers, that made merchandise of men; he sought not theirs, but them:

but I desire fruit that may abound to your account;
he had planted them, or had been an instrument in planting of them, as trees of righteousness, ( Isaiah 61:3 ) ; and his great desire was to see fruits of righteousness grow upon them, ( Philippians 1:11 ) ; by which sometimes are meant acts of beneficence, as in ( 2 Corinthians 9:10 ) ; and that these might be abundant and turn to their profit and advantage, as such fruit does; for God does not forget to recompence acts of bounty, and labours of love, but if even a cup of cold water is given to a prophet or minister of Christ, on account of his being so, it shall have its reward in the issue of things, upon the casting up of accounts, ( Matthew 10:42 ) ; for the apostle still has reference unto that; his view was, that the balance might be on their side, and that much might be received by them; so that it was not for himself, but for their encouragement and future good, he said this; for as for himself he adds,

Filippenzen 4:17 In-Context

15 En ook gij, Filippensen, weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen.
16 Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft.
17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening.
18 Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk.
19 Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.