Filippenzen 4:16

16 Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft.

Filippenzen 4:16 Meaning and Commentary

Philippians 4:16

For even in Thessalonica
When the apostle was there; for from Philippi he went to Thessalonica; see ( Acts 17:1 ) ;

ye sent once and again unto my necessity;
for his use and service, to support him while he was at that place, and relieve and assist him in his necessities; for the people at Thessalonica were either not able to communicate, or were not of a beneficent disposition, or the apostle did not care to be chargeable to them; and they seem many of them to have been idle and lazy, and therefore he wrought among them with his own hands to set them an example; and the Philippians hearing and knowing that this was the case, sent frequently, while he was here, some of the brethren with gifts unto him.

Filippenzen 4:16 In-Context

14 Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt.

15 En ook gij, Filippensen, weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen.

16 Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft.

17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening.

18 Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk.