Genesis 24:33

33 Daarna werd hem te eten voorgezet; maar hij zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek!

Genesis 24:33 Meaning and Commentary

Genesis 24:33

And there was set [meat] before them to eat
By the order of Bethuel or Laban, or both; or, "afterwards was set" F12; that is after care had been taken the camels, then food being provided was set before the men to refresh them: but he said, I will not eat until I have told mine errand;
or, "spoke my words" F13; delivered the message he was sent with, and declared the business he came about; which shows him to be a diligent faithful servant, who had his master's interest at heart, and preferred it to his necessary food: and he said;
either Bethuel or Laban, for both were present, to whom the servant directed his discourse, ( Genesis 24:47 Genesis 24:50 ) ; perhaps Laban spoke in the name of his father, and bid him speak on;
go on with his discourse until he had said all he had to say, signifying that they were ready to give attention to him.


FOOTNOTES:

F12 (Mvyyw) "post appositum", Drusius, Schmidt.
F13 (yrbd ytrbd) "donec loquar sermones meos", V. L. "vel mea verba", Pagninus, Montanus, Piscator.

Genesis 24:33 In-Context

31 En hij zeide: Kom in, gij, gezegende des HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis bereid, en de plaats voor de kemelen.
32 Toen kwam die man naar het huis toe, en men ontgordde de kemelen, en men gaf den kemelen stro en voeder; en water om zijn voeten te wassen, en de voeten der mannen, die bij hem waren.
33 Daarna werd hem te eten voorgezet; maar hij zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek!
34 Toen zeide hij: Ik ben een knecht van Abraham;
35 En de HEERE heeft mijn heer zeer gezegend, zodat hij groot geworden is; en Hij heeft hem gegeven schapen, en runderen, en zilver, en goud, en knechten, en maagden, en kemelen, en ezelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.