Genesis 33:11

11 Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.

Genesis 33:11 Meaning and Commentary

Genesis 33:11

Take, I pray thee, my blessing that is brought to thee
The present he had sent him, now carrying home to his house, which was a part of what God had blessed Jacob with; and which he from a beneficent generous spirit gave his brother, wishing the blessing of God to go along with it; it was an insinuation, and so he would have it taken, that he wished him all happiness and prosperity; because God hath dealt graciously with me;
in giving him so much substance, and now in giving him so much favour in the sight of Esau, whom he dreaded: and because I have enough;
a sufficiency of all good things, being thoroughly contented with his state and circumstance; or "I have all things" F16, all kind of good things, everything that was necessary for him; the expression is stronger than Esau's; and indeed Jacob had besides a large share of temporal mercies, all spiritual ones; God was his covenant God and Father, Christ was his Redeemer, the Spirit his sanctifier; he had all grace bestowed on him, and was an heir of glory: and he urged him, and he took [it]:
being pressing on him, or importunate with him, he accepted of his present.


FOOTNOTES:

F16 (lk yl vy) "sunt mihi omnia", Pagninus, Montanus, Munster, Vatablus, Drusius, Cartwright.

Genesis 33:11 In-Context

9 Maar Ezau zeide: Ik heb veel, mijn broeder! het zij het uwe, wat gij hebt!
10 Toen zeide Jakob: Och neen! indien ik nu genade in uw ogen gevonden heb, zo neem mijn geschenk van mijn hand; daarom, omdat ik uw aangezicht gezien heb, als had ik Gods aangezicht gezien, en gij welgevallen aan mij genomen hebt.
11 Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.
12 En hij zeide: Laat ons reizen en voorttrekken; en ik zal voor u trekken.
13 Maar hij zeide tot hem: Mijn heer weet, dat deze kinderen teder zijn, en dat ik zogende schapen en koeien bij mij heb; indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo zal de gehele kudde sterven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.