Genesis 37:9

9 En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan en elf sterren bogen zich voor mij neder.

Genesis 37:9 Meaning and Commentary

Genesis 37:9

And he dreamed yet another dream
Relating to the name subject as the former, and, for the confirmation of it, only the emblems are different, and more comprehensive:

and told it his brethren, and said, behold, I have dreamed a dream
more;
another dream, and which he told, either as not knowing fully the resentment of his brethren at his former dream, or in order to clear himself from any charge of feigning the dream, or having any ill intention in telling it; seeing he had another to the same purpose, and therefore thought fit to acquaint them with it, that they might more seriously consider of it, whether there was not something divine in it, which he himself began to think there was:

and, behold, the sun, and the moon, and the eleven stars, made their
obeisance to me:
in his dream it seemed to him, either that he was taken up into the starry heaven, and these luminaries bowed unto him, or else that they descended to him on earth, and paid their respects unto him.

Genesis 37:9 In-Context

7 En ziet, wij waren schoven bindende in het midden des velds; en ziet, mijn schoof stond op, en bleef ook staande; en ziet, uw schoven kwamen rondom, en bogen zich neder voor mijn schoof.

8 Toen zeiden zijn broeders tot hem: Zult gij dan ganselijk over ons regeren: zult gij dan ganselijk over ons heersen? Zo haatten zij hem nog te meer, om zijn dromen en om zijn woorden.

9 En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan en elf sterren bogen zich voor mij neder.

10 En als hij het aan zijn vader en aan zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide tot hem: Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd hebt; zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw broeders, om ons voor u ter aarde te buigen?

11 Zijn broeders dan benijdden hem; doch zijn vader bewaarde deze zaak.