Genesis 39:5

5 En het geschiedde van toen af, dat hij hem over zijn huis, en over al wat het zijne was, gesteld had, dat de HEERE des Egyptenaars huis zegende, om Jozefs wil; ja, de zegen des HEEREN was in alles, wat hij had, in het huis en in het veld.

Genesis 39:5 Meaning and Commentary

Genesis 39:5

And it came to pass from the time that he had made him overseer
in his house, and over all that he had
How long he was in this office is not certain; there must be some time for the following observation; and during all the time he was in it, it was easily discerned, that the Lord blessed the Egyptian's house for Joseph's sake;
that is, much more than before; everything under his hands succeeded before, but now much more abundantly; Potiphar's family was blessed with health, his substance increased, he grew rich and wealthy, and abounded with all good things: and the blessing of the Lord was upon all that he had in the house,
and in the field;
his domestic affairs prospered, his fields brought forth plentifully, his cattle were fruitful and stood well; every thing belonging to him within doors and without happily succeeded, through the blessing of God upon it, and all for Joseph's sake.

Genesis 39:5 In-Context

3 Als nu zijn heer zag, dat de HEERE met hem was, en dat de HEERE al wat hij deed, door zijn hand voorspoedig maakte;

4 Zo vond Jozef genade in zijn ogen, en diende hem; en hij stelde hem over zijn huis; en al wat hij had, gaf hij in zijn hand.

5 En het geschiedde van toen af, dat hij hem over zijn huis, en over al wat het zijne was, gesteld had, dat de HEERE des Egyptenaars huis zegende, om Jozefs wil; ja, de zegen des HEEREN was in alles, wat hij had, in het huis en in het veld.

6 En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.

7 En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp; en zij zeide: lig bij mij!