Handelingen 10:34

34 En Petrus, den mond opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer des persoons is;

Handelingen 10:34 Meaning and Commentary

Acts 8:34

Then Peter opened his mouth (See Gill on Acts 8:35)

And said, of a truth I perceive that God is no respecter of persons;
which is to be understood, not of the substances of men, but of the outward state and condition, circumstances and qualities of men; he respects the proper persons of men themselves, but not because of their outward appearances; he does not prefer or despise men, because of their being of this or the other nation, as Jews or Gentiles; or because they are circumcised, or not circumcised; or because they are high or low, rich or poor, free or bound, or the like: the true sense here is, that God valued no man the more, because he was a Jew and circumcised, nor anyone the less, because he was a Gentile and uncircumcised; and this the apostle found to be a most certain truth, of which he was fully persuaded; partly by the vision which he himself saw, and partly by that which Cornelius had, and which the more confirmed him in this matter: these words do not at all militate against the doctrines of personal election and reprobation; and indeed, those acts in God, are not according to the outward state and condition of men, or any circumstances that attend them, or any qualities they have, internal or external; but entirely proceed from the sovereign will of God; (See Gill on Romans 2:11)

Handelingen 10:34 In-Context

32 Zend dan naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd wordt Petrus; deze ligt te huis in het huis van Simon, den lederbereider, aan de zee, welke, hier gekomen zijnde, tot u spreken zal.
33 Zo heb ik dan van stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, dat gij hier gekomen zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u van God bevolen is.
34 En Petrus, den mond opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer des persoons is;
35 Maar in allen volke, die Hem vreest en gerechtigheid werkt, is Hem aangenaam.
36 Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.