Handelingen 15:36

36 En na enige dagen zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken onze broeders in elke stad, in welke wij het Woord des Heeren verkondigd hebben, hoe zij het hebben.

Handelingen 15:36 Meaning and Commentary

Acts 15:36

And some days after
That Judas was gone to Jerusalem, and which they had spent in teaching and preaching the word of the Lord at Antioch:

Paul said to Barnabas, let us go again and visit our brethren in
every city, where we have preached the word of the Lord, and see how
they do;
by the "brethren in every city", the apostle means the believers in Syria, Pamphylia, Pisidia, and Lycaonia; where he and Barnabas had preached the Gospel with success; where churches were planted and elders were ordained; of which an account is given in the two preceding chapters: and it may be observed, what an affection the apostle had for the young converts, and members of these churches; he calls them "brethren", they being partakers of the same grace, and of the same faith and family with himself, though they were not in the same office, nor had the same gifts; as also what care he took of them, and of those new planted churches: and which shows, that such are to be visited and looked after, and their cases inspected into; and inquiries should be made of them, how they do, how they go on; whether they continue in the faith, and grow in grace and in the knowledge of Christ; and whether they are lively in the exercise of the graces of faith, hope, love, humility, &c. and diligent and fervent in the discharge of duty; and this is a work becoming the ministers of the Gospel; and the example of the apostle is worthy of imitation.

Handelingen 15:36 In-Context

34 Maar het dacht Silas goed aldaar te blijven.
35 En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochie, lerende en verkondigende met nog vele anderen, het Woord des Heeren.
36 En na enige dagen zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken onze broeders in elke stad, in welke wij het Woord des Heeren verkondigd hebben, hoe zij het hebben.
37 En Barnabas ried, dat zij Johannes, die toegenaamd is Markus, zouden medenemen.
38 Maar Paulus achtte billijk, dat men dien niet zoude medenemen, die van Pamfylie af van hen was afgeweken, en met hen niet was gegaan tot het werk.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.