Handelingen 16:12

12 En van daar naar Filippi, welke is de eerste stad van dit deel van Macedonie, een kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen.

Handelingen 16:12 Meaning and Commentary

Acts 16:12

And from thence to Philippi
This place is by Appianus called Datos, which was its original name; and by Diodorus Siculus, Crenidae ^F3, from the fountains of water, which were many and wholesome, that were about it; and it had its name Philippi, from Philip king of Macedon, father of Alexander the great, who rebuilt it ^F4: it is now vulgarly called Chrixopolis, that is, Chrysopolis, from the veins and mines of gold found about it; it was famous for a battle here fought between Augustus Caesar and Anthony on the one side, and Brutus and Cassius on the other, in which the latter were vanquished:

which is the chief city of that part of Macedonia;
which is called Edonis, in which Ptolomy places it;

and a colony:
that is, of the Romans; see ( Acts 16:37 Acts 16:38 ) and which Pliny ^F5 also calls a colony:

and we were in that city abiding many days;
without doing anything, having no opportunity, or door opened to them to preach the Gospel; which must be a great trial of their faith, after Paul had seen such a vision, by which they were so strongly assured it was the will of God they should come and preach the Gospel here, and after they had travelled so far by sea and land; though some observe, that the word used signifies not only to abide, but to exercise themselves, by teaching and preaching the word, which it is supposed they did with success; and that the women they after met with by the river side, were such, at least some of them, who had been converted under their ministry; but the former seems to be the truest sense.

---

FOOTNOTES:

F3 Ptolom. Geograph. l. 3. c. 13.
F4 Pausaniae Eliac. 2. l. 6. p. 352. Plin. Nat. Hist. l. 4. c. 11.
F5 Ib.

Handelingen 16:12 In-Context

10 Als hij nu dit gezicht gezien had, zo zochten wij terstond naar Macedonie te reizen, besluitende daaruit, dat ons de Heere geroepen had, om denzelven het Evangelie te verkondigen.

11 Van Troas dan afgevaren zijnde, liepen wij recht naar Samothrace, en den volgende dag naar Neapolis.

12 En van daar naar Filippi, welke is de eerste stad van dit deel van Macedonie, een kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen.

13 En op den dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen, die samengekomen waren.

14 En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.