Handelingen 2:13

13 En anderen, spottende, zeiden: Zij zijn vol zoeten wijns.

Handelingen 2:13 Meaning and Commentary

Acts 2:13

Others mocking, said
These were the native inhabitants of Jerusalem, the common people; and it may be also the Scribes and Pharisees, who did not understand the languages in which the apostles spake, and therefore derided them both by words and gestures:

these men are full of new wine;
the Syriac, version adds, "and are drunk"; a very foolish and impertinent cavil this; there was, at this time of the year, no new wine, just pressed, or in the fat; and if there had been any, and they were full of it, it could never have furnished them with a faculty of speaking with many tongues; men generally lose their tongues by intemperance. They were indeed filled with wine, but not with wine, the juice of the grape, either new or old; but with spiritual wine, with the gifts of the Spirit of God, by which they spake with divers tongues. They might hope this insinuation, that they were drunk with wine, would take and be received, since it was a feasting time, the feast of Pentecost; though, as Peter afterwards observes; it was too early in the day to imagine this to be their case.

Handelingen 2:13 In-Context

11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken Gods spreken.

12 En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, de een tegen den ander: Wat wil toch dit zijn?

13 En anderen, spottende, zeiden: Zij zijn vol zoeten wijns.

14 Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren ingaan.

15 Want deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van de dag.