Handelingen 25:26

26 Van welken ik niets zekers heb aan den heer te schrijven; daarom heb ik hem voor ulieden voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat heb te schrijven.

Handelingen 25:26 Meaning and Commentary

Acts 25:26

Of whom I have no certain thing
No certain crime, charge, or accusation; nothing of any moment or consequence, no particular thing, nothing but a heap of confused notions, of I know not who or what:

to write unto my lord;
meaning the Roman emperor, under whom he served as governor of Judea:

wherefore I have brought him before you;
the whole company then present:

and especially before thee, O King Agrippa;
as being not only a man of eminence, dignity, and authority, but of knowledge in such matters, which the Jews accused Paul of; see ( Acts 26:2 Acts 26:3 ) .

That after examination had;
of Paul, and his case;

I might have somewhat to write;
concerning him, and the charges exhibited against him to the emperor.

Handelingen 25:26 In-Context

24 En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet meer behoort te leven.
25 Maar ik bevonden hebbende, dat hij niets des doods waardig gedaan had, en dewijl hij ook zelf zich op den keizer beroepen heeft, heb besloten hem te zenden.
26 Van welken ik niets zekers heb aan den heer te schrijven; daarom heb ik hem voor ulieden voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat heb te schrijven.
27 Want het dunkt mij tegen rede, een gevangene te zenden, en niet ook de beschuldigingen, die tegen hem zijn, te kennen te geven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.