Handelingen 26:27

27 Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft.

Handelingen 26:27 Meaning and Commentary

Acts 26:27

King Agrippa, believest thou the prophets?
&c.] What they have said concerning the person, office, sufferings, death, and resurrection of Christ, and that what they have said is fulfilled in Jesus of Nazareth?

I know that thou believest;
that what the prophets said were true, and are accomplished.

Handelingen 26:27 In-Context

25 Maar hij zeide: Ik raas niet, machtigste Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand;
26 Want de koning weet van deze dingen, tot welken ik ook vrijmoedigheid gebruikende spreek; want ik geloof niet, dat hem iets van deze dingen verborgen is; want dit is in geen hoek geschied.
27 Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft.
28 En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden.
29 En Paulus zeide: Ik wenste wel van God, dat, en bijna en geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen wierden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.