Handelingen 9:29

29 En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse Joden; maar deze trachtten hem te doden.

Handelingen 9:29 Meaning and Commentary

Acts 9:29

And he spake boldly in the name of the Lord Jesus
He spoke the Gospel of Christ boldly, as it ought to be spoken; he spoke it openly, publicly, freely, and faithfully, not fearing the faces or revilings of any: the Vulgate Latin and Ethiopic versions add, "to the Gentiles"; but this is not in any of the Greek copies: and disputed against the Grecians; or Hellenists, that is, the Hellenistical Jews; by whom are meant, not Greeks proselyted to the Jewish religion, but Jews who had been born and brought up in Greece, or at least had learned the Greek language, and used the Greek Bible; and so the Syriac version renders it, "he disputed with the Jews that knew Greek"; perhaps the same persons, of the synagogue of the Libertines, Alexandrians, Cyrenians, and of Cilicia and Asia, who disputed with Stephen, with whom he had before joined, ( Acts 6:9 Acts 6:10 )

but they went about to slay him;
he being an over match for them; and they not being able to resist him, but being confuted, and confounded, and put to silence, they were filled with indignation; and since they could not conquer him by arguments, they were for slaying him with the sword.

Handelingen 9:29 In-Context

27 Maar Barnabas, hem tot zich nemende, leidde hem tot de apostelen, en verhaalde hun, hoe hij op den weg den Heere gezien had, en dat Hij tot hem gesproken had; en hoe hij te Damaskus vrijmoediglijk gesproken had in den Naam van Jezus.

28 En hij was met hen ingaande en uitgaande te Jeruzalem;

29 En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse Joden; maar deze trachtten hem te doden.

30 Doch de broeders, dit verstaande geleidden hem tot Cesarea, en zonden hem af naar Tarsen.

31 De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd.