Hebreeën 1:13

13 En tot welken der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten?

Hebreeën 1:13 Meaning and Commentary

Hebrews 1:13

But to which of the angels said he at any time
That is, he never said to any of them in his council, or covenant; he never designed to give them any such honour, as hereafter expressed; he never promised it to them, or bestowed it on them; he never called up any of them to so high a place, or to such a dignity:

sit on my right hand, until I make thine enemies thy footstool;
yet this he said to his Son, ( Psalms 110:1 ) for to him, the Messiah, are they spoken, and have had their fulfilment in him: (See Gill on Matthew 22:44); and therefore he must be greater than the angels.

Hebreeën 1:13 In-Context

11 Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed verouden;
12 En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
13 En tot welken der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten?
14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beerven zullen?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.