Jeremia 2:37

37 Gij zult ook van hier uitgaan met uw handen op uw hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen verworpen, zodat gij daarmede niet zult gedijen.

Jeremia 2:37 Meaning and Commentary

Jeremiah 2:37

Yea, thou shalt go forth from him
From the Egyptian, without any help, and with shame; or, "from this" F21; that is, from this place, from Jerusalem, and from the land of Judea, into captivity; notwithstanding all the promised and expected help from Egypt, ( 2 Kings 24:7 2 Kings 24:10 ) : and thine hands upon thine head;
plucking and dishevelling the hair, as women in distress; so Tamar, when abused by her brother, laid her hand on her head, and went out crying, ( 2 Samuel 13:19 ) : for the Lord hath rejected thy confidences;
those in whom they trusted, as the Egyptians; so that they should be of no service to them; or them, because of their trust and confidence in men, when it ought to have been placed above in himself: and thou shalt not prosper in them;
or because of them, as Kimchi; but shalt go into captivity.


FOOTNOTES:

F21 (hz tam) "ab hoc, sub. loco", Gataker; "ab ista", Munster, Grotius; "sub. terra, etiam hinc exibis", Cocceius.

Jeremia 2:37 In-Context

35 Nog zegt gij: Zeker, ik ben onschuldig; Zijn toorn is immers van mij afgekeerd. Ziet, Ik zal met u rechten, omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd.
36 Wat reist gij veel uit, veranderende uw weg? Gij zult ook van Egypte beschaamd worden, gelijk als gij van Assur beschaamd zijt.
37 Gij zult ook van hier uitgaan met uw handen op uw hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen verworpen, zodat gij daarmede niet zult gedijen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.