Jeremia 3:1

1 Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE.

Jeremia 3:1 Meaning and Commentary

Jeremiah 3:1

They say, if a man put away his wife
Or, "saying" {w}; wherefore some connect those words with the last verse of the preceding chapter, as if they were a continuation of what the Lord had been there saying, that he would reject their confidences; so Kimchi; but they seem rather to begin a new section, or a paragraph, with what were commonly said among men, or in the law, and as the sense of that; that if a man divorced his wife upon any occasion, and she go from him;
departs from his house, and is separated from bed and board with him: and become another man's,
be married to another, as she might according to the law: shall he return unto her again?
take her to be his wife again; her latter husband not liking her, or being dead? no, he will not; he might not according to the law in ( Deuteronomy 24:4 ) and if there was no law respecting this, it can hardly be thought that he would, it being so contrary to nature, and to the order of civil society: shall not that land be greatly polluted?
either Judea, or any other, where such usages should obtain; for this, according to the law, was causing the land to sin, filling it with it, and making it liable to punishment for it; this being an abomination before the Lord. The Septuagint, Vulgate Latin, and Arabic versions, render it, "shall not that woman be defiled?" she is so by the latter husband; and that is a reason why she is not to be received by the former again, ( Deuteronomy 24:4 ) : but thou hast played the harlot with many lovers;
or served many idols; the number of their gods having been according to the number of their cities, ( Jeremiah 2:28 ) : yet return again to me, saith the Lord;
by repentance, and doing their first works, worshipping and serving him as formerly; so the Targum,

``return now from this time to my worship, saith the Lord.''
The Vulgate Latin version adds, "and I will receive thee"; this is an instance of great grace in the Lord, and which is not to be found among men.
FOOTNOTES:

F23 (rwmal) "dicendo", Montanus, Vatablus, Janius & Tremellius

Jeremia 3:1 In-Context

1 Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE.
2 Hef uw ogen op naar de hoge plaatsen, en zie toe, waar zijt gij niet beslapen? Gij hebt voor hen gezeten aan de wegen, als een Arabier in de woestijn; alzo hebt gij het land ontheiligd met uw hoererijen en met uw boosheid.
3 Daarom zijn de regendruppelen ingehouden, en er is geen spade regen geweest. Maar gij hebt een hoerenvoorhoofd, gij weigert schaamrood te worden.
4 Zult gij niet van nu af tot Mij roepen: Mijn Vader! Gij zijt de leidsman mijner jeugd!
5 Zal Hij in eeuwigheid den toorn behouden? Zal Hij dien gestadig bewaren? Zie, gij spreekt en doet die boosheden, en neemt de overhand.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.