Jeremia 20:6

6 En gij, Pashur, en alle inwoners van uw huis! gijlieden zult gaan in de gevangenis; en gij zult te Babel komen, en aldaar sterven, en aldaar begraven worden, gij en al uw vrienden, denwelken gij valselijk geprofeteerd hebt.

Jeremia 20:6 Meaning and Commentary

Jeremiah 20:6

And thou, Pashur, and all that dwell in thine house, shall go
into captivity
Particularly he and his family should not escape; whoever did: and thou shalt come to Babylon;
being brought there, though sore against his will: and there thou shalt die, and shalt be buried there;
even in a defiled land, as all other countries were reckoned by the Jews; and to be buried in such a land, Kimchi observes, was a curse; and so it is here threatened as such: thou, and all thy friends;
that is, such as should escape the sword, ( Jeremiah 20:4 ) ; to whom thou hast prophesied lies;
this shows the cause of; all this threatened destruction to him and his friends; not only because he had so ill used Jeremiah, a true prophet of the Lord; but because he was a false prophet, and his friends had hearkened to his lies, and disbelieved those prophecies that came from the Lord himself.

Jeremia 20:6 In-Context

4 Want zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel u tot een schrik voor uzelven en voor al uw liefhebbers; die zullen vallen door het zwaard hunner vijanden, dat het uw ogen aanzien; en Ik zal gans Juda geven in de hand des konings van Babel, die hen naar Babel gevankelijk zal wegvoeren, en slaan hen met het zwaard.
5 Ook zal Ik geven al het vermogen dezer stad, en al haar arbeid, en al haar kostelijkheid, en alle schatten der koningen van Juda, Ik zal ze geven in de hand hunner vijanden, die zullen ze roven, zullen ze nemen, en zullen ze brengen naar Babel.
6 En gij, Pashur, en alle inwoners van uw huis! gijlieden zult gaan in de gevangenis; en gij zult te Babel komen, en aldaar sterven, en aldaar begraven worden, gij en al uw vrienden, denwelken gij valselijk geprofeteerd hebt.
7 HEERE! Gij hebt mij overreed, en ik ben overreed geworden; Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht; ik ben den gansen dag tot een belachen, een ieder van hen bespot mij.
8 Want sinds ik spreke, roep ik uit, ik roep geweld en verstoring; omdat mij des HEEREN woord den gansen dag tot smaad en tot schimp is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.