Jeremia 27:19

19 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van de pilaren, en van de zee, en van de stellingen, en van het overige der vaten, die in deze stad zijn overgebleven,

Jeremia 27:19 Meaning and Commentary

Jeremiah 27:19

For thus saith the Lord of hosts concerning the pillars
The pillars of brass that stood in the temple; the one called Boaz, and the other Jachin, ( 1 Kings 7:15 1 Kings 7:21 ) ; and concerning the sea;
the sea of molten brass, which stood upon twelve oxen, ( 1 Kings 7:23 1 Kings 7:25 ) ; and concerning the bases:
the ten bases, which also were made of brass, ( 1 Kings 7:27-37 ) ; and concerning the residue of the vessels that remain in this city;
in the king's palace, and in the houses of the noblemen, and of the rich and wealthy inhabitants of Jerusalem.

Jeremia 27:19 In-Context

17 Hoort niet naar hen, maar dient den koning van Babel, zo zult gijlieden leven; waarom zou deze stad tot een woestheid worden?
18 Maar zo zij profeten zijn, en zo des HEEREN woord bij hen is, laat hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven, niet naar Babel komen.
19 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van de pilaren, en van de zee, en van de stellingen, en van het overige der vaten, die in deze stad zijn overgebleven,
20 Die Nebukadnezar, de koning van Babel, niet heeft weggenomen, als hij Jechonia, den zoon van Jojakim, koning van Juda, van Jeruzalem, naar Babel gevankelijk wegvoerde, mitsgaders al de edelen van Juda en Jeruzalem;
21 Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, van de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.