Jeremia 34:15

15 Gijlieden nu waart heden wedergekeerd, en hadt gedaan, dat recht is in Mijn ogen, vrijheid uitroepende, een iegelijk voor zijn naaste; en gij hadt een verbond gemaakt voor Mijn aangezicht, in het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is.

Jeremia 34:15 Meaning and Commentary

Jeremiah 34:15

And ye were now turned
Or, "today indeed ye were turned" F18 some little time ago, indeed, it must be owned, that ye turned from the evil ways of your fathers, for which you were to be commended, as having acted a better part than they: and had done right in my sight;
what was acceptable to the Lord, approved of by him, being agreeably to his law; and it would have been well if they had continued so doing: in proclaiming liberty every man to his neighbour;
for a manservant, or maidservant, was his neighbour, and to be treated as such, and loved as himself, especially a Hebrew one, of the same nation and religion; and not to be used as a slave, or retained for ever in bondage: and ye made a covenant before me in the house which is called by my
name;
this circumstance is mentioned as an aggravation of the breach of the covenant they had made, to dismiss their servants according to law; it was made in a very solemn manner, in the presence of God, appealing to him as a witness; it was done in the temple, a sacred place, devoted to him and his worship; which was called by his name, the temple of the Lord, and where his name was called upon, and where were the symbols of his presence.


FOOTNOTES:

F18 (Mwyh Mta wbvtw) "jam, [vel] et quidem conversi fuistis hodie", Schmidt; "reversi quidem vos hodie", Junius & Tremellius, Piscator.

Jeremia 34:15 In-Context

13 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb een verbond gemaakt met uw vaderen, ten dage, als Ik hen uit Egypteland, uit het diensthuis uitvoerde, zeggende:
14 Ten einde van zeven jaren zult gij laten gaan, een iegelijk zijn broeder, een Hebreer, die u zal verkocht zijn, en u zes jaren gediend heeft; gij zult hem dan van u laten vrijgaan; maar uw vaders hoorden niet naar Mij, en neigden hun oor niet.
15 Gijlieden nu waart heden wedergekeerd, en hadt gedaan, dat recht is in Mijn ogen, vrijheid uitroepende, een iegelijk voor zijn naaste; en gij hadt een verbond gemaakt voor Mijn aangezicht, in het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is.
16 Maar gij zijt weder omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen, een iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan naar hun lust; en gij hebt hen ten ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot maagden.
17 Daarom zegt de HEERE alzo: Gijlieden hebt naar Mij niet gehoord, om vrijheid uit te roepen, een iegelijk voor zijn broeder, en een iegelijk voor zijn naaste; ziet, zo roep Ik uit tegen ulieden, spreekt de HEERE, een vrijheid ten zwaarde, ter pestilentie, en ten honger, en zal u overgeven ter beroering allen koninkrijken der aarde.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.