Jeremia 46:16

16 Hij maakte der struikelenden veel; ja, de een viel op den ander; zodat zij zeiden: Staat op en laat ons wederkeren tot ons volk, en tot het land onzer geboorte, vanwege het verdrukkende zwaard.

Jeremia 46:16 Meaning and Commentary

Jeremiah 46:16

He made many to fall
That is, the Lord, by the hand of the Chaldeans, by whose sword multitudes fell in battle: yea, one fell upon another;
they fell in heaps, denoting the multitude of the slain; or rather they fell in flight one upon another; one fell, and then another upon him, as usually they do, when men are frightened and flee precipitantly, as in ( Jeremiah 46:12 ) ; and they said, arise:
not those that fell, which may seem at first sight; but either the strangers in the land of Egypt, as Kimchi, such as the Jews were; who, perceiving the destruction that was coming on Egypt, exhort one another to arise, and get out of it; or rather the auxiliaries of the Egyptians, as the Ethiopians, Lybians, and Lydians, ( Jeremiah 46:9 ) ; who finding the enemy too strong for them, and they themselves deserted or unsupported by Pharaoh's army, advise one another to quit his service, and provide for their own safety: and let us go again to our own people, and to the land of our
nativity;
their own country, where they were born, and their friends and relations lived; that so they might be safe from the oppressing sword;
the sword of the Chaldeans. The Septuagint version is a very bad one, followed by the Arabic, which renders it, "from the Grecian sword"; and so is the Vulgate Latin version, "from the face of the dove"; to countenance which it is said, that the Chaldeans and Assyrians had a dove in their ensigns; (See Gill on Jeremiah 25:38); and so a most ancient Saxon translation in the library of Christ's Church in Oxford, "from the face of the sword of the culver" F11, or "dove"; that is, from their sword, who display their banners in the field with the ensign of a dove; meaning the Chaldeans. The Targum is,

``from the sword of the enemy, which is as wine inebriating;''
which sense is followed by Jarchi.
FOOTNOTES:

F11 Apud Gregory's Posthuma, p. 236.

Jeremia 46:16 In-Context

14 Verkondigt in Egypte, en doet het horen te Migdol; doet het ook horen te Nof en Tachpanhes; zegt: Stelt er u naar, en maakt u gereed, want het zwaard heeft verteerd, wat rondom u is.
15 Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef.
16 Hij maakte der struikelenden veel; ja, de een viel op den ander; zodat zij zeiden: Staat op en laat ons wederkeren tot ons volk, en tot het land onzer geboorte, vanwege het verdrukkende zwaard.
17 Daar riepen zij: Farao, de koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft den gezetten tijd laten voorbijgaan.
18 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij zal voorzeker, als Thabor onder de bergen, en als Karmel bij de zee, aankomen!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.