Jeremia 6:19

19 Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij.

Jeremia 6:19 Meaning and Commentary

Jeremiah 6:19

Hear, O earth: behold, I will bring evil upon this people,
&c.] The people of the Jews; the evil of punishment, for the evil of sin committed by them; wherefore the earth, and the inhabitants of it, are called upon to bear witness to, the righteousness of such a procedure: even the fruit of their thoughts;
which they thought of, contrived, and devised; which shows that they did not do what they did inadvertently, but with thought and design. Kimchi interprets it of sinful deeds and actions, the fruit of thoughts; but his father, of thoughts themselves. The Talmudists, ^F25 comment upon it thus,

``a thought which brings forth fruit, the holy blessed God joins it to an action; but a thought in which there is no fruit, the holy blessed God does not join to action;''

that is, in punishment; very wrongly. For the sense is, that God would bring upon them the calamities and distresses their thoughts and the evil counsels of their minds deserved. The Targum renders it,

``the retribution or reward of their works.''

Because they have not hearkened unto my words;
spoken to them by the prophets: nor to my law, but rejected it;
neither hearkened to the law, nor to the prophets, but despised both. The Targum is,

``because they obeyed not the words of my servants, the prophets, and abhorred my law.''

---

FOOTNOTES:

F25 T. Bab. Kiddushin, fol. 40. 1.

Jeremia 6:19 In-Context

17 Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren.

18 Daarom hoort, gij heidenen! en verneem, o gij vergadering! wat onder hen is.

19 Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij.

20 Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit verren lande? Uw brandofferen zijn Mij niet behagelijk, en uw slachtofferen zijn Mij niet zoet.

21 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal dit volk allerlei aanstoot stellen; en daaraan zullen zich stoten te zamen vaders en kinderen, de nabuur en zijn metgezel, en zullen omkomen.