Jesaja 2:9

9 Daar bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert zich; daarom zult Gij het hun niet vergeven.

Jesaja 2:9 Meaning and Commentary

Isaiah 2:9

And the mean man boweth down, and the great man humbleth
himself
Both high and low, rich and poor, bow down unto, humble themselves before, and worship idols made by the hands of men: the words for the "mean man" and "the great man" are (Mda) and (vya) , "Adam" and "Ish"; and which are also interpreted by Jarchi of little or mean men, and of princes and mighty ones:

therefore forgive them not;
their sins of soothsaying, covetousness, and idolatry; and such that worship the beast and his image shall not be forgiven, but drink of the wine of divine wrath, and be tormented with fire for ever and ever, ( Revelation 14:9-11 ) . These are either the words of the prophet to the Lord representing the church, and imprecating evils on antichristian worshippers; or of the angel to the Christian powers, exhorting them not to spare Babylon, ( Revelation 18:6 Revelation 18:7 ) some refer these words to the mean and great men bowing down and humbling themselves, and read them in connection with them thus, "and lifts not up unto them"; that is, the head or soul; so Aben Ezra, who also observes, that the word "earth" may be wanting, and supplied thus, "and the earth shall not bear them"; they shall be destroyed from off it, both the idols and the worshippers of them. See ( Psalms 10:16 ) ( 104:35 ) .

Jesaja 2:9 In-Context

7 En hun land is vervuld met zilver en goud, en hunner schatten is geen einde; hun land is ook vervuld met paarden, en hunner wagenen is geen einde.

8 Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen buigen zij zich neder, voor hetgeen hun vingeren gemaakt hebben.

9 Daar bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert zich; daarom zult Gij het hun niet vergeven.

10 Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit.

11 De hoge ogen de mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn.