Jesaja 3:14

14 De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen.

Jesaja 3:14 Meaning and Commentary

Isaiah 3:14

The Lord will enter into judgment with the ancients of his
people, and the princes thereof
Both civil and ecclesiastical; the princes, chief priests, and elders of the people, who set themselves and took counsel together against the Lord and his Christ; would not suffer the people to be gathered to him; sought his life, and at last took it away. For ye have eaten up the vineyard,
or burnt it ^F16; the house of Israel, and of Judah compared to a vineyard, in a following chapter; and so the Targum, ``ye have oppressed my people;'' these are the husbandmen our Lord speaks of, that beat the servants that were sent for the fruits of the vineyard, and at last killed the heir, ( Matthew 21:34-41 ) . The spoil of the poor [is] in your houses;
the Pharisees devoured widows' houses, and filled their own, with the spoil of them, ( Matthew 23:14 ) .

---

FOOTNOTES:

F16 (Mtreb) "succendistis", Vatablus, Montanus.

Jesaja 3:14 In-Context

12 De drijvers Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken zij in.

13 De HEERE stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken te richten.

14 De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen.

15 Wat is ulieden, dat gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen vermaalt? spreekt de Heere, HEERE der heirscharen.

16 Verder zegt de HEERE: Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden waren.