Jesaja 36:8

8 Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven.

Jesaja 36:8 Meaning and Commentary

Isaiah 36:8

Now therefore give pledges to my master the king of Assyria,
&c.] Or; "hostages" ^F8; that thou wilt not rebel against him, but be faithful to him, and he will withdraw his army; or give security for the horses after promised: "or mingle thyself with him"; agree the matter with him, give pledges for future fidelity; or join in battle with him, come out and fight him, if able: and I will give thee two thousand horses, if thou be able on thy part
to set riders on them;
thus scoffing at him, as if he had not so many soldiers to bring out against him; or so many men in his kingdom as had skill enough to ride a horse; in his bravado he signifies, that if he would come out and fight him, he would lend him so many horses, if he could put men upon them, to assist him; this he said as boasting of his master's strength and power, and in scorn and derision at Hezekiah's weakness.

---

FOOTNOTES:

F8 (breth) "da obsides", Vatablus; "paciscere cum domino meo, Gataker; "misceto, quaeso, [bellum] cum domino meo", Junius & Tremellius.

Jesaja 36:8 In-Context

6 Zie, gij vertrouwt op dien gebrokenen rietstaf, op Egypte; op denwelken zo iemand leunt, zo zal hij in zijn hand gaan en die doorboren; alzo is Farao, de koning van Egypte, al dengenen, die op hem vertrouwen.

7 Maar zo gij tot mij zegt: Wij vertrouwen op den HEERE, onzen God; is Hij Die niet, Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen heeft, en Die tot Juda en tot Jeruzalem gezegd heeft: Voor dit altaar zult gij u nederbuigen?

8 Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven.

9 Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns heren, afkeren? Maar gij vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren.

10 En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen dit land, om dat te verderven. De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek op tegen dat land, en verderf het.