Jesaja 38:13

13 Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.

Jesaja 38:13 Meaning and Commentary

Isaiah 38:13

I reckoned till morning
Or, "I set my time till the morning F13"; he fixed and settled it in his mind that he could live no longer than to the morning, if he lived so long; he thought he should have died before the night came on, and, now it was come, the utmost he could propose to himself was to live till morning; that was the longest time he could reckon of. According to the accents, it should be rendered, "I reckoned till morning as a lion"; or "I am like until the morning as a lion"; or, "I likened until the morning (God) as a lion"; I compared him to one; which agrees with what follows. The Targum is,

``I roared until morning, as a lion roars;''
through the force of the disease, and the pain he was in: or rather,
``I laid my bones together until the morning as a lion; "so indeed as a lion God" hath broken all my bones F14:''
so will he break all my bones;
or, "it will break"; that is, the sickness, as Kimchi and Jarchi; it lay in his bones, and so violent was the pain, that he thought all his bones were breaking in pieces; such is the case in burning fevers, as Jerom observes; so Kimchi interprets it of a burning fever, which is like a fire in the bones. Some understand this of God himself, to which our version directs, who may be said to do this by the disease: compare with this ( Job 16:14 ) and to this sense the following clause inclines: from day even tonight wilt thou make an end of me;
he lived till morning, which was more than he expected, and was the longest time he could set himself; and now be reckoned that before night it would be all over with him as to this world. This was the second day of his illness; and the third day he recovered, and went to the temple with his song of praise.
FOOTNOTES:

F13 (rqb de ytywv) "statui, [vel] posui usque ad mane", Pagninus, Montanus; "constitui [rursum terminum] usque mane", Vatablus.
F14 Reinbeck de Accent Heb. p. 411.

Jesaja 38:13 In-Context

11 Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.
12 Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
13 Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
14 Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg.
15 Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.