Jesaja 51:10

10 Zijt Gij het niet, Die de zee, de wateren des groten afgronds, droog gemaakt hebt? Die de diepten der zee gemaakt hebt tot een weg, opdat de verlosten daardoor gingen?

Jesaja 51:10 Meaning and Commentary

Isaiah 51:10

Art thou not it which hath dried the sea, the waters of
the great deep
That is, the Red sea, and the deep waters of it; as it did, by causing a strong east wind to blow, which drove the sea back, and made it a dry land, in the midst of which the children of Israel walked as on dry land, ( Exodus 14:21 Exodus 14:29 ) and the same arm and mighty power can and will dry up the waters of the river Euphrates, to prepare the way of the kings of the east, ( Revelation 16:12 ) : that hath made the depths of the sea a way for the ransomed to pass
over?
divided the waters of the sea, made a path through them for the Israelites that were redeemed out of Egyptian bondage and slavery, to pass over, and so to go to Canaan's land.

Jesaja 51:10 In-Context

8 Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten.
9 Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, als in de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt?
10 Zijt Gij het niet, Die de zee, de wateren des groten afgronds, droog gemaakt hebt? Die de diepten der zee gemaakt hebt tot een weg, opdat de verlosten daardoor gingen?
11 Alzo zullen de vrijgekochten des HEEREN wederkeren, en met gejuich tot Sion komen; en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij aangrijpen, treuring en zuchting zullen wegvlieden.
12 Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, dat hooi worden zal?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.