Job 28:16

16 Zij kan niet geschat worden tegen fijn goud van Ofir, tegen den kostelijken Schoham, en den Saffier.

Job 28:16 Meaning and Commentary

Job 28:16

It cannot be valued with the gold of Ophir
Which is often spoken of in Scripture as choice gold, if not the best; (See Gill on Job 22:24); the sense is, that the gold of Ophir is not of the value of wisdom, or of the same worth with that, and so not sufficient to purchase it: with the precious onyx and sapphire: two precious stones that were in the breastplate of the high priest, of which (See Gill on Exodus 28:9), (See Gill on Exodus 28:18), and (See Gill on Exodus 28:20); but not so precious, or of such value as wisdom. Pliny ^F25 speaks of the onyx stone as in Arabia, near which Job lived, and who doubtless was acquainted with it and its worth, and also with the sapphire he makes mention of before, (See Gill on Job 28:6). The word for "valued" is by some rendered "strowed" ^F26, as goods are when they are exposed to sale; but wisdom should not be laid, or put on a level with these, though so excellent and precious.

---

FOOTNOTES:

F25 Nat. Hist. l. 37. c. 6.
F26 (hlot) "verbum significat sternere", Michaelis.

Job 28:16 In-Context

14 De afgrond zegt: Zij is in mij niet; en de zee zegt: Zij is niet bij mij.

15 Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen.

16 Zij kan niet geschat worden tegen fijn goud van Ofir, tegen den kostelijken Schoham, en den Saffier.

17 Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk waarderen; ook is zij niet te verwisselen voor een kleinood van dicht goud.

18 De Ramoth en Gabisch zal niet gedacht worden; want de trek der wijsheid is meerder dan der Robijnen.