Job 42:10

10 En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot dubbel zoveel.

Job 42:10 Meaning and Commentary

Job 42:10

And the Lord turned the captivity of Job
Not literally, in such sense as Lot's captivity was turned, ( Genesis 14:12 ) ; for Job's person was not seized on and carried away, though his cattle were: nor spiritually, being delivered from the captivity of sin; that had been his case many years ago, when first converted: but it is to be understood of his restoration from afflictions and calamities to a happy state; as of the return of his substance, his health and friends, and especially of his deliverance from Satan, in whose hands he had been some time, and by him distressed both in body and mind. But now his captivity was turned, and he was freed from all his distresses; and even from those which arose from the dealings of God with him, which he was now fully satisfied about; and this was done,

when he prayed for his friends;
as he was directed to do. A good man will not only pray for himself, as Job doubtless did, but for others also; for his natural and spiritual friends, yea, for unkind friends, and even for enemies likewise: and the prayer of an upright man is very acceptable to the Lord; and many mercies and blessings come by it; and even prayer for others is profitable to a man's self; and sometimes he soon reaps the benefit of it, as Job now did. For when and while he was praying, or quickly upon it, there was a turn in his affairs: he presently found himself in better health; his friends came about him, and his substance began to increase; Satan had no more power over him, and the presence of God was with him. All which was of the Lord; and he enjoyed it in the way of prayer, and as the fruit of that;

also the Lord gave Job twice as much as he had before:
or added to him double. Which chiefly respects his substance; his cattle, as appears from ( Job 42:12 ) , and might be true both with respect to things temporal and spiritual. "Double" may denote an abundance, a large measure of good things; see ( Zechariah 9:12 ) .

Job 42:10 In-Context

8 Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.

9 Toen gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht van Job aan.

10 En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot dubbel zoveel.

11 Ook kwamen tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al het kwaad, dat de HEERE over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk een stuk gelds, een iegelijk ook een gouden voorhoofdsiersel.

12 En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.