Johannes 13:29

29 Want sommigen meenden, dewijl Judas de beurs had, dat hem Jezus zeide: Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest, of, dat hij den armen wat geven zou.

Johannes 13:29 Meaning and Commentary

John 13:29

For some of them thought
This was the thought of some of the disciples, it may be of all of them but John;

because Judas had the bag:
which was for the common supply of Christ and his disciples, and for the relief of the poor; (See Gill on John 12:6).

That Jesus had said unto him, buy those things that we have need of
against the feast;
the feast of the passover, which was to be two days after; and shows, that this was not the passover which Christ now ate with his disciples:

or that he should give something to the poor;
for whom Christ cared, and had a hearty concern, and for whom Judas had very little, notwithstanding his high pretensions.

Johannes 13:29 In-Context

27 En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk.

28 En dit verstond niemand dergenen, die aanzaten, waartoe Hij hem dat zeide.

29 Want sommigen meenden, dewijl Judas de beurs had, dat hem Jezus zeide: Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest, of, dat hij den armen wat geven zou.

30 Hij dan, de bete genomen hebbende, ging terstond uit. En het was nacht.

31 Als hij dan uitgegaan was, zeide Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt.