Johannes 18:2

2 En Judas, die Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls vergaderd was geweest met Zijn discipelen.

Johannes 18:2 Meaning and Commentary

John 18:2

And Judas also which betrayed him, knew the place
This character is given of Judas, to distinguish him from another disciple of the same name; and though as yet he had not betrayed him, yet it was determined he should, and Christ knew it, and he was now about to do it: and it is observed, that Judas was as well acquainted with the place of Christ's resort, and knew the garden he frequently retired to, as the rest of the disciples; to show that Christ did not go there to hide and secure himself from him, but to meet him, and that he might have an opportunity of finding him with the greater case:

for Jesus often times resorted thither with his disciples;
when at Jerusalem at any of the feasts, and at this festival; partly for refreshment and rest after he had been preaching in the temple, and partly for prayer, and also for private conversation with his disciples.

Johannes 18:2 In-Context

1 Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen.
2 En Judas, die Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls vergaderd was geweest met Zijn discipelen.
3 Judas dan, genomen hebbende de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen.
4 Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
5 Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.