Johannes 4:51

51 En als hij nu afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet, en boodschapten, zeggende: Uw kind leeft!

Johannes 4:51 Meaning and Commentary

John 4:51

And as he was now going down
From Cana to Capernaum, the day after he had been with Christ:

his servants met him, and told [him], saying, thy son liveth;
as soon as this cure was wrought, though it was not known in the family how, and by whom it was done, immediately some of the servants were dispatched to carry the news to their master, that his sorrow might be removed; and he give himself no further trouble in seeking for a cure: these meeting him on the road, with an air of pleasure, at once address him with the joyful news, that his son was thoroughly recovered of his disorder, and was alive, and well; news which he was acquainted with, and believed before; though it must give him an additional, pleasure to have it confirmed.

Johannes 4:51 In-Context

49 De koninklijke hoveling zeide tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft.
50 Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zeide, en ging heen.
51 En als hij nu afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet, en boodschapten, zeggende: Uw kind leeft!
52 Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts.
53 De vader bekende dan, dat het in dezelve ure was, in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.