Johannes 6:54

54 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Johannes 6:54 Meaning and Commentary

John 6:54

Whoso eateth my flesh, and drinketh my blood
Spiritually by faith, as explained in the preceding verse:

hath eternal life;
the principle of spiritual life, which is evidently implanted in him, as appears from his eating and drinking; and is a durable and lasting principle: grace is an incorruptible seed; every part of it is abiding and permanent; and it is itself the beginning, pledge, and earnest of everlasting life, and is inseparably connected with it: moreover, such have eternal life itself, not only in Christ their head, but in themselves: they have a right unto it, and a meetness for it: and may be assured of it, as if they were personally possessed of it, from their election to it; the security of it in Christ; from the grace they have received, which is the beginning of glory; and the earnest of it in themselves:

and I will raise him up at the last day;
to enjoy it in soul and body; (See Gill on John 6:39), (See Gill on John 6:40).

Johannes 6:54 In-Context

52 De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze Zijn vlees te eten geven?

53 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven.

54 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

55 Want Mijn vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank.

56 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem.