Jozua 20:8

8 En aan gene zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts, gaven zij Bezer in de woestijn, in het platte land, van den stam van Ruben; en Ramoth in Gilead, van den stam van Gad; en Golan in Bazan, van den stam van Manasse.

Jozua 20:8 Meaning and Commentary

Joshua 20:8

And on the other side Jordan by Jericho eastward
In the country possessed by the tribes of Reuben and Gad, and the half tribe of Manasseh:

they assigned Bezer in the wilderness, upon the plain, out of the
tribe of Reuben, and Ramoth in Gilead out of the tribe of Gad, and
Golan
in Bashan out of the tribe of Manasseh;
of these places, and the signification of their names, and of the application of them to Christ, the antitype of the cities of refuge, (See Gill on Deuteronomy 4:43). These last cities were not appointed now, they were appointed in the times of Moses, and severed by him, ( Deuteronomy 4:41 ) ; nor are they here said to be appointed, but to be assigned or "given" F3; they were now delivered up into the hands of the Levites for cities of refuge, for they were before severed for that use; they were not, according to the Jews F4, made use of as such, until the other three were appointed.


FOOTNOTES:

F3 (wntn) "dederunt", Pagninus, Montanus, Junius & Tremellius, Piscator.
F4 Misn. Maccot, c. 2. sect. 4. Maimon. Hilchot Rotzeach, c. 8. sect. 2, 3.

Jozua 20:8 In-Context

6 En hij zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta voor het aangezicht der vergadering voor het gericht, totdat de hogepriester sterve, die in die dagen zijn zal; dan zal de doodslager wederkeren, en komen tot zijn stad, en tot zijn huis, tot de stad, van waar hij gevloden is.
7 Toen heiligden zij Kedes in Galilea, op het gebergte van Nafthali, en Sichem op het gebergte van Efraim, en Kirjath-Arba, deze is Hebron, op het gebergte van Juda.
8 En aan gene zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts, gaven zij Bezer in de woestijn, in het platte land, van den stam van Ruben; en Ramoth in Gilead, van den stam van Gad; en Golan in Bazan, van den stam van Manasse.
9 Dit nu zijn de steden, die bestemd waren voor al de kinderen Israels, en voor den vreemdeling, die in het midden van henlieden verkeert, opdat derwaarts vluchte al wie een ziel slaat door dwaling; opdat hij niet sterve door de hand des bloedwrekers, totdat hij voor het aangezicht der vergadering gestaan zal hebben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.