Jozua 20:6

6 En hij zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta voor het aangezicht der vergadering voor het gericht, totdat de hogepriester sterve, die in die dagen zijn zal; dan zal de doodslager wederkeren, en komen tot zijn stad, en tot zijn huis, tot de stad, van waar hij gevloden is.

Jozua 20:6 Meaning and Commentary

Joshua 20:6

And he shall dwell in that city until he shall stand before
the congregation for judgment
That is, until his cause was heard in the court of judicature in his own city, or in any other to which the avenger of blood should appeal: see ( Numbers 35:24 Numbers 35:25 ) ; who if they found him guilty of death, they put him to death; but if only guilty of accidental manslaughter, then they delivered him up to his city of refuge for safety, where he was to abide

until the death of the high priest that shall be in those days;
see ( Numbers 35:25 ) ;

then shall the slayer return, and come unto his own city, and unto his
own house, unto the city from whence he fled;
and live with his family in the enjoyment of his possessions and estates, honours, and privileges belonging to him, as before; see ( Numbers 35:28 ) .

Jozua 20:6 In-Context

4 Als hij vlucht tot een van die steden, zo zal hij staan aan de deur der stadspoort, en hij zal zijn woorden spreken voor de oren van de oudsten derzelver stad; dan zullen zij hem tot zich in de stad nemen, en hem plaats geven, dat hij bij hen wone.
5 En als de bloedwreker hem najaagt, zo zullen zij den doodslager in zijn hand niet overgeven, dewijl hij zijn naaste niet met wetenschap verslagen heeft, en hem gisteren en eergisteren niet heeft gehaat.
6 En hij zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta voor het aangezicht der vergadering voor het gericht, totdat de hogepriester sterve, die in die dagen zijn zal; dan zal de doodslager wederkeren, en komen tot zijn stad, en tot zijn huis, tot de stad, van waar hij gevloden is.
7 Toen heiligden zij Kedes in Galilea, op het gebergte van Nafthali, en Sichem op het gebergte van Efraim, en Kirjath-Arba, deze is Hebron, op het gebergte van Juda.
8 En aan gene zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts, gaven zij Bezer in de woestijn, in het platte land, van den stam van Ruben; en Ramoth in Gilead, van den stam van Gad; en Golan in Bazan, van den stam van Manasse.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.