Klaagliederen 4:12

12 Lamed. De koningen der aarde zouden het niet geloofd hebben, noch al de inwoners der wereld, dat de tegenpartijder en vijand tot de poorten van Jeruzalem zou ingaan.

Klaagliederen 4:12 Meaning and Commentary

Lamentations 4:12

The kings of the earth, and all the inhabitants of the world,
&c.] Not only the neighbouring nations, and the kings of them, but even such in all parts of the world that knew anything of Jerusalem: would not have believed that the adversary and the enemy would have
entered into the gates of Jerusalem;
when it was besieging, they did not believe it would be taken; and when they heard it was, it was incredible to them; it being so strongly fortified by art and nature, with mountains and hills, with walls and bulwarks, and had such a vast number of people in it; and, especially, was the city of the great God, who had so often and so signally preserved and saved it: the "adversary" and "enemy" are the same, and design the Chaldeans. The Targum distinguishes them, and makes Nebuchadnezzar the ungodly to be the adversary; and Nebuzaradan the enemy, who entered to slay the people of the house of Israel, in the gates of Jerusalem; this was a marvellous thing to the nations round about. Titus, when he took this city, acknowledged it was owing to God F2;

``God (says he) favouring us, we fought; God is he that has drawn the Jews out of these fortresses; for human hands and machines could have done nothing against these towers.''

FOOTNOTES:

F2 Joseph. De Bello Jud. l. 6. c. 9. sect. 1.

Klaagliederen 4:12 In-Context

10 Jod. De handen der barmhartige vrouwen hebben haar kinderen gekookt; zij zijn haar tot spijze geworden in de verbreking der dochter mijns volks.
11 Caph. De HEERE heeft Zijn grimmigheid volbracht, Hij heeft de hittigheid Zijns toorns uitgestort; en Hij heeft te Sion een vuur aangestoken, hetwelk haar fondamenten verteerd heeft.
12 Lamed. De koningen der aarde zouden het niet geloofd hebben, noch al de inwoners der wereld, dat de tegenpartijder en vijand tot de poorten van Jeruzalem zou ingaan.
13 Mem. Het is vanwege de zonden harer profeten, en de misdaden harer priesteren, die in het midden van haar het bloed der rechtvaardigen vergoten hebben.
14 Nun. Zij zwierven als blinden op de straten, zij waren met bloed besmet, zodat men niet kon zien, of men raakte hun klederen aan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.