Leviticus 11:39

39 En wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven zijn, wie deszelfs dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.

Leviticus 11:39 Meaning and Commentary

Leviticus 11:39

And if any beast of which ye may eat die
Any clean beast, as the ox, sheep, goat, deer what, if rightly killed, is very lawful to eat of; but if it died of itself through any distemper, or was torn by the wild beasts, so the Targum of Jonathan:

he that toucheth the carcass thereof shall be unclean until the
even;
not the bones, nerves, horns, hoofs, or skin, as Jarchi observes; these might be handled, because some of them, at least, were wrought up into one instrument or another, by artificers, for use and service, but the flesh of them might not be touched; whoever did touch it was ceremonially unclean, and might not go into the sanctuary, or have conversation with men, until the evening of the day in which this was done.

Leviticus 11:39 In-Context

37 En wanneer van hun dood aas zal gevallen zijn op enig zaaibaar zaad, dat gezaaid wordt, dat zal rein zijn.
38 Maar als water op het zaad gedaan zal worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn, dat zal u onrein zijn.
39 En wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven zijn, wie deszelfs dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
40 Ook die van hun dood aas gegeten zal hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; en die hun dood aas zal gedragen hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond.
41 Voorts alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, zal een verfoeisel zijn; het zal niet gegeten worden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.