Leviticus 11:40

40 Ook die van hun dood aas gegeten zal hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; en die hun dood aas zal gedragen hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond.

Leviticus 11:40 Meaning and Commentary

Leviticus 11:40

And he that eateth of the carcass of it
For though it might be eaten, if rightly killed, yet not if it died of itself, or was strangled, or torn to pieces by wild beasts:

shall wash his clothes;
besides his body, which even he that touched it was obliged to:

and be unclean until the even;
though he and his clothes were washed, and he might not go into the court of the tabernacle, or have any concern with holy things, or conversation with men:

he also that beareth the carcass of it;
removes it from one place to another, carries it to the dunghill, or a ditch, and there lays it, or buries it in the earth:

shall wash his clothes, and be unclean until the even;
from whence, as before observed by the Jewish writers, uncleanness by bearing is greater than uncleanness by touching, since the former obliged to washing of clothes, not so the latter; so Jarchi here; and yet still was unclean until the evening, though he had washed himself in water, as Aben Ezra notes; and so says Jarchi, though he dips himself, he has need of the evening of the sun.

Leviticus 11:40 In-Context

38 Maar als water op het zaad gedaan zal worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn, dat zal u onrein zijn.
39 En wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven zijn, wie deszelfs dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
40 Ook die van hun dood aas gegeten zal hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; en die hun dood aas zal gedragen hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond.
41 Voorts alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, zal een verfoeisel zijn; het zal niet gegeten worden.
42 Al wat op zijn buik gaat, en al wat gaat op zijn vier voeten, of al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, die zult gij niet eten, want zij zijn een verfoeisel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.