Leviticus 20:18

18 En als een man bij een vrouw, die haar krankheid heeft, zal gelegen en haar schaamte ontdekt, haar fontein ontbloot, en zij zelve de fontein haars bloeds ontdekt zal hebben, zo zullen zij beiden uit het midden huns volks uitgeroeid worden.

Leviticus 20:18 Meaning and Commentary

Leviticus 20:18

And if a man shall lie with a woman having her sickness
Her monthly courses, which make her weak and languid, which is forbidden, ( Leviticus 18:19 ) ; this is not to be understood of a man's lying with his wife ignorantly, when in such a condition, for this being the case, he was only unclean seven days, ( Leviticus 15:24 ) ; whereas this made him and her liable to cutting off, as in an after clause; but of his lying with her, knowing this to be the case with her, and of which she could not be ignorant, and therefore both liable to the same punishment; or else of any other man lying with her, or of any man lying with any woman, married or unmarried, being in such circumstances: and shall uncover her nakedness;
that is, have carnal knowledge of her: he hath discovered her fountain;
from whence her issue of blood flows: and she hath uncovered the fountain of her blood; freely and willingly, as Aben Ezra observes; for if she had been forced, he alone would have been cut off; but both these phrases put together show agreement in this matter, that they both had knowledge of her case, and both consented to commit the sin: and both of them shall be cut off from among their people;
by death, either by the hand of the civil magistrate, the case being known and proved, or else by the hand of God being known by mortality or the pestilence, as the Targum of Jonathan, or they should die childless; (See Gill on Leviticus 20:17).

Leviticus 20:18 In-Context

16 Alzo wanneer een vrouw tot enig beest genaderd zal zijn, om daarmede te doen te hebben, zo zult gij die vrouw en dat beest doden; zij zullen zekerlijk gedood worden; hun bloed is op hen!

17 En als een man zijn zuster, de dochter zijns vaders, of de dochter zijner moeder, zal genomen hebben, en hij haar schaamte gezien, en zij zijn schaamte zal gezien hebben, het is een schandvlek; daarom zullen zij voor de ogen van de kinderen huns volks uitgeroeid worden; hij heeft de schaamte zijner zuster ontdekt, hij zal zijn ongerechtigheid dragen.

18 En als een man bij een vrouw, die haar krankheid heeft, zal gelegen en haar schaamte ontdekt, haar fontein ontbloot, en zij zelve de fontein haars bloeds ontdekt zal hebben, zo zullen zij beiden uit het midden huns volks uitgeroeid worden.

19 Daartoe zult gij de schaamte van de zuster uwer moeder, en van de zuster uws vaders niet ontdekken; dewijl hij zijn nabestaande ontbloot heeft, zullen zij hun ongerechtigheid dragen.

20 Als ook een man bij zijn moei zal gelegen hebben, hij heeft de schaamte zijns ooms ontdekt; zij zullen hun zonde dragen; zonder kinderen zullen zij sterven.