Mattheüs 12:7

7 Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben.

Mattheüs 12:7 Meaning and Commentary

Matthew 12:7

But if ye had known what this meaneth,
&c,] The passage of Scripture in ( 6:6 )

I will have mercy, and not sacrifice;
of the sense of which, (See Gill on Matthew 9:13)

ye would not have condemned the guiltless.
Our Lord taxes the Pharisees both with ignorance of the Scriptures, in which they pretended to be very knowing, and took upon them to be the interpreters of; and with inhumanity, for condemning innocent persons, the apostles, for rubbing a few ears of corn, for the refreshment of nature; which they would never have done, had they understood the word, and will of God; who prefers acts of humanity, compassion, and mercy, to the observance of rites and ceremonies; or had they the common affections of human nature, and those bowels of compassion which one man ought to show to another.

Mattheüs 12:7 In-Context

5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn?

6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.

7 Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben.

8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.

9 En van daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge.